14 augustus – 19 september 2021
In deze tentoonstelling sijpelt, stroomt, kruipt en breekt de buitenwereld naar binnen. We kunnen ons er niet voor afsluiten. Maurice Bogaert toont een installatie, er zijn tekeningen en geënsceneerde foto’s van Sylvie Zijlmans, frames van Tonneke Sengers en een ruimtelijke tekening van Irene van de Mheen. Curator: Renée Borgonjen
Through the Bathroom Window vormt een tweeluik met Octopus’s Garden, die in 2022 zal plaatsvinden. Beide tentoonstellingen sluiten aan bij de ruimtelijke hoedanigheid van de Vishal, waar de grens tussen binnen en buiten fluïde is.
Maurice Bogaert toont een (vertekende) maquette en een XL model van het huis waar hij woont. Vanuit zijn atelier, op drie kwartier fietsen afstand, probeerde hij het huis voor de geest te halen en na te bouwen – zonder hulp van foto’s of maten. Er verschenen meer muren en hij kreeg geen greep op de ruimte daartussen. Beide modellen zijn voorstudies voor zijn boek, dat in tweevoud op een lessenaar ligt. Aan de lessenaar kunnen twee personen tegenover elkaar plaatsnemen. Bogaerts boek gaat over de parallelle levens van Walter Benjamin en Albert Speer. Tijdgenoten die zich een compleet andere stad voorstelden, één in het verleden, de ander in de toekomst. Hij ziet ze aan het werk: Benjamin aan zijn schrijftafel en Speer achter zijn tekentafel, gebogen over hun papieren, de een in Parijs, de ander in Berlijn. Bogaert ontketent een dialoog die nooit heeft plaatsgevonden maar alsnog gestalte krijgt in zijn boek dat, samen met de maquettes van verschillende schaal, een filmische ervaring in gang zet.
De tekeningen en geënsceneerde foto’s die Sylvie Zijlmans al jaren geleden maakte (van 2003 – 2015), lijken met terugwerkende kracht een vooruitwijzing naar de ongemakkelijke werkelijkheid waarin we ons thans bevinden. Ze gaan stuk voor stuk over de dreiging van besmetting en de buitenwereld die ongenadig naar binnen stroomt. De onheilspellende sfeer die nu alomtegenwoordig is, wordt hier bijna tastbaar. Zijlmans’ foto’s werken als stills van films. Het drama ontrolt zich verder in je hoofd. De precisie van de mise en scène en het aanzienlijke formaat maken ze tot indringende stillevens die je niet op afstand kunt houden en onder je huid kruipen.
De frames van Tonneke Sengers houden het midden tussen verschillende disciplines. Ze bevinden zich tussen twee en drie dimensies. Sengers werkt in strakke stramienen. Daarmee bereikt ze ruimtelijke effecten. De frames zijn op het eerste gezicht identiek maar verschillen van elkaar op subtiele wijze. Zo lijken ze onder je ogen van vorm te veranderen – net als de afzonderlijke beelden van een zoötroop, die als je ze stuk voor je stuk aan je oog voorbij laat trekken een schaduwspel in gang zetten.
Irene van de Mheen maakt een ruimtelijke tekening in de Vishal, geïnspireerd op een verhaal van de Argentijnse schrijver Julio Cortázar. Casa tomada gaat over een broer en een zus die zich steeds verder terugtrekken in hun huis dat langzamerhand wordt overgenomen door het onbekende. Terwijl ze zich verschalken in de verste uithoek van hun woning, wordt de werkelijkheid ingehaald door de verbeelding – met alle vertekeningen van dien. In haar werk onderzoekt Van de Mheen de reikwijdte van het tekenen, de verhouding tussen het vlak en de driedimensionale ruimte en de dunne lijn tussen illusie en realiteit. Met haar dalen we af in de ‘kelder’ van de Vishal.